donderdag 8 mei 2014

Belastingvoordelen voor innovatieve ondernemers

Om uw bedrijf verder te ontwikkelen en technologisch te vernieuwen bent u als ondernemer doorlopend bezig met innoveren. Of het nu gaat om verbetering van bestaande processen, of het ontwikkelen van nieuwe producten of software, de ontwikkelingen staan nooit stil.

Om u hierbij te ondersteunen heeft de overheid een aantal fiscale stimuleringsregelingen in het leven geroepen die het innoveren stimuleren. Het betreft hier de WBSO, de RDA en de Innovatiebox. 

 WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk)

De WBSO is een fiscale stimuleringsregeling voor speur- en ontwikkelingswerk De regeling geldt zowel voor grote als kleine bedrijven. De WBSO kent de volgende drie faciliteiten: 

1. Een tegemoetkoming in de loonkosten die samenhanen met speur- en ontwikkelingswerk (S&O) in de vorm van een vermindering van de af te dragen loonheffing. In 2014 kan een werkgever een afdrachtvermindering van 35% toepassen op het totale S&O-loon tot een grens van € 250.000. Voor het meerdere geldt een afdrachtvermindering van 14%. De maximale afdrachtvermindering bedraagt voor 2014 €14 miljoen. 
2. Een extra tegemoetkoming voor startende ondernemers of ondernemingen. Deze werkt hetzelfde als de hiervoor genoemde regeling alleen geldt er voor de eerste € 200.000 aan S&O loon een afdrachtvermindering van 50%.
3. Een aftrek S&O voor zelfstandige ondernemers. Indien een zelfstandig ondernemer meer dan 500 uur aan erkend speur en ontwikkelingswerk besteed dan kan er mogelijk aanspraak gemaakt worden op een extra aftrekpost in de aangifte inkomstenbelasting.

Een aanvraag voor de toepassing van de WBSO moet uiterlijk een maand voor het begin van de periode bij RVO.nl (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) worden ingediend. Als de werkzaamheden al zijn begonnen kan eventueel nog voor het restant van de periode een aanvraag worden ingediend.

Het belangrijkste beoordelingscriterium voor het te ontwikkelen product, proces of de te ontwikkelen programmatuur is of het object van ontwikkeling technisch nieuw is voor de aanvrager. De technische nieuwheid wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van technische onzekerheid oftewel een aanzienlijk technisch risico. Met andere woorden de technische werking van hetgeen ontwikkeld gaat worden, staat niet bij voorbaat al vast.

De regeling stelt ook eisen aan de inrichting van de (uren)administratie. Voor het kunnen aantonen van de S&O-uren moet een projectadministratie worden gevoerd. De S&O-administratie moet inzicht verschaffen in de aard, inhoud, voortgang en omvang van de S&O-projecten. 

Research & Development Aftrek (RDA)

Sinds 2012 geldt de Research & Development Aftrek (RDA) voor inkomstenbelasting- en vennootschapsbelastingplichtige ondernemingen. Deze aftrek is bedoeld voor direct toerekenbare R&D-uitgaven anders dan loonkosten. Veelal wordt de RDA gelijktijdig met de WBSO aangevraagd. 

In 2014 bedraagt de aftrek 60% van de goedgekeurde RDA kosten. Het bedrag van de beschikking kan als aftrekpost worden opgevoerd in de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Bij een vennootschapsbelastingtarief van 25% leidt de aftrek tot een nettovoordeel van 15% van de gemaakte RDA kosten. 

De innovatiebox

De innovatiebox is ingevoerd om innovatief onderzoek door ondernemers fiscaal te stimuleren. Winsten die u behaalt met innovatieve activiteiten kunnen in deze box vallen. Over de winsten in deze box geldt een effectief belastingtarief van 5% in plaats van gebruikelijke 20% of 25%. Het betreft hier winsten en verliezen uit immateriële activa waarvoor u een octrooi of een buitenlands patent hebt gekregen, of waarvoor u een S&O-verklaring hebt gekregen. 

Het tarief van 5% wordt berekend over het verschil tussen de opbrengsten van de innovatie en de voortbrengingskosten van deze innovatie. De innovatiebox is alleen van toepassing op vennootschapsbelastingplichtige ondernemingen. De heffing van 5% is pas van toepassing in het jaar waarin de totale opbrengsten de totale voortbrengingskosten overschrijden.

De opmaat voor de innovatiebox is veelal de WBSO-faciliteit. 

Resumé

Bovenstaande is slechts een beperkte weergave van de inhoud van deze regelingen. Het is dan ook zeker de moeite waard om te onderzoeken of uw onderneming in aanmerking komt voor een van bovenstaande fiscale tegemoetkomingen. Uw innovatiekosten kunnen hierdoor sterk gereduceerd worden waardoor u uw opbrengstpotentieel vergroot. Voor het slagen van een aanvraag bij RVO.nl doet u er goed aan om uw aanvraag goed voor te bereiden en te zorgen dat u goed op de hoogte bent van de  voorwaarden waaraan u moet voldoen. Dit vergroot de slagingskans van de aanvraag aanzienlijk.

Dit artikel is geschreven door J.D. (Dave) Lodder AA - accountant














maandag 17 februari 2014

Dividend uitkeren uit de BV: in 2014 voordeliger !

Dit jaar betaalt de DGA minder belasting over een dividenduitkering, die hij/zij vanuit de BV ontvangt. Het tarief in box 2 is namelijk voor 2014 eenmalig verlaagd van 25% naar 22%, voor zover het inkomen uit aanmerkelijk belang niet hoger is dan € 250.000. Over het meerdere is het normale 25%-tarief van toepassing. Een dividenduitkering dit jaar kan de DGA dus een belastingbesparing van maximaal € 7.500 opleveren. Indien de DGA ook een fiscale partner heeft, kan er zelfs tot € 500.000 aan dividend tegen het 22%-tarief worden uitgekeerd. In dat geval kan de belastingbesparing oplopen tot maximaal € 15.000.

Of het wel of niet voordelig is om dividend uit te keren uit de BV, is afhankelijk van een aantal factoren.

Zo is het huidige rendement op de vrije middelen binnen de BV van belang. Als dit rendement grofweg boven de 4% op jaarbasis ligt, dan is beleggen in privé in de regel voordeliger dan in de BV (op basis van de tarieven voor 2014). In dat geval kan dividend uitkeren voordelig zijn. Andersom geldt dat als het rendement onder de 4% ligt het voordeliger is om de beleggingen binnen de BV te houden, en dus vooral geen dividend uit te keren ! Normaal ligt het omslagpunt rond de 6% (met het box 2 tarief van 25%).

Tip: houdt bij het bepalen van het rendement binnen de BV ook rekening met de eventueel verschuldigde rente op de rekening-courant schuld van de DGA aan de BV. Dit zijn immers ook opbrengsten binnen de BV. Als de rente hoger is dan 4%, dan kan uitkeren van dividend om de rekening-courant schuld af te lossen voordelig zijn. Het (geheel) aflossen van de rekening-courant schuld wordt nog voordeliger, indien het box 3 vermogen onder het heffingsvrij vermogen blijft (2014 per persoon € 21.139).

Let op: de DGA mag niet zomaar dividend uitkeren uit de BV !

Voordat de BV namelijk dividend mag uitkeren, zal er altijd eerst een uitkeringstoets moeten worden uitgevoerd. Deze uitkeringstoets dient om te bepalen of de BV ook na de dividenduitkeringen aan haar verplichtingen kan voldoen. Bouwt de DGA in de BV ook pensioen in eigen beheer op, dan is een extra waarschuwing op zijn plaats. Een dividenduitkering is pas mogelijk als er voldoende vermogen is en blijft voor de dekking van het pensioen. Daarbij moet worden uitgegaan van de commerciële waarde van de pensioenverplichting en niet van de fiscale waarde.

De DGA die dividend wilt uitkeren doet er verstandig aan om er niet te lang mee te wachten.

Hoe eerder er in 2014 dividend word uitgekeerd, hoe groter het voordeel. De uitkering is namelijk vanaf het moment van betaalbaar stellen niet meer belast in de BV en in 2014 sowieso niet in privé belast in box 3. De peildatum voor heffing in de inkomstenbelastingsfeer ligt namelijk vast op 1 januari.

Dit artikel is geschreven door:












H.J. (Henk-Jan) Garnaat RB MB - Master Belastingadviseur

woensdag 5 februari 2014

De kredietverzekering in de praktijk: tips & tricks

Een kredietverzekering is een verzekering die bescherming biedt tegen het risico dat een afnemer geleverde goederen en diensten niet kan betalen doordat de afnemer failliet gaat.

In onze dagelijkse praktijk komen wij deze verzekeringen regelmatig tegen. Cliënten hebben zelf een kredietverzekering afgesloten voor debiteuren, of zijn zelf verzekerd door een leverancier. Regelmatig komt het voor dat kredietverzekeraars een negatief advies uitbrengen over een onderneming. Hoe komt dit? En heeft een ondernemer hier invloed op?

Uw debiteur als verzekerde

Om het risico van niet betaling van uw openstaande facturen te beperken kunt u de kredietwaardigheid van uw debiteuren door een kredietverzekeraar laten beoordelen en indien mogelijk het kredietrisico verzekeren.

Verzekeraars bieden hiervoor een aantal diensten aan. Deze diensten bestaan onder andere uit:

-          Het geven van advies over de kredietwaardigheid van de debiteur, zonder dat verzekerd wordt;
-          Het verzekeren van het kredietrisico voor goedgekeurde debiteuren, veelal 80 tot 90% van de vordering met een maximum;
-          Het verzekeren van de factuur en de incasso hiervan.

Bovenstaande toetsing en verzekering kan u zeker financiële rust geven. Zorg er wel voor dat u  zich aan de polisvoorwaarden houdt om vervelende verassingen te voorkomen.

Uw onderneming als verzekerd object

Ook leveringen aan uw onderneming kunnen worden verzekerd door leveranciers. Indien de verzekeraar u positief beoordeeld is dat natuurlijk prettig, maar wat nu als de verzekeraar een negatief advies uitbrengt of een lage dekking afgeeft op uw onderneming?

De gevolgen van een negatief advies kunnen groot zijn, denk hierbij aan:

-          De leverancier levert niet aan u, waardoor u niet kunt leveren aan uw cliënten;
-          Er ontstaat druk op de liquiditeit, leveranciers verwachten een vooruitbetaling of een bankgarantie van de onderneming;
-          De onderneming loopt reputatieschade op.

Waarop baseren kredietverzekeraars zich bij hun beoordeling?

Bij de beoordeling van de kredietwaardigheid baseren de verzekeraars zich op diverse bronnen:

-          De betalingservaring van de verzekeraar met de debiteur. Indien meerdere verzekerden de verzekeraar vragen om verruiming van de betalingstermijn van een debiteur dan is dit een signaal voor de verzekeraar van mogelijke liquiditeitproblemen;
-          Gegevens uit het handelsregister zoals gedeponeerde jaarcijfers van de onderneming en gelieerde ondernemingen en de betrokkenheid bij faillissementen;
-          De ouderdom van een bedrijf. Jongere bedrijven hebben in de eerste jaren meer kans om failliet te gaan;
-          De branche waarin de onderneming actief is;
-          Het politieke klimaat van het land waarin de onderneming gevestigd is;
-          Een inschatting van de kwaliteit van het management en de aandeelhouders;
-          De relatie van de verzekerde debiteur met klanten en leveranciers;
-          Informatie uit het eigen netwerk van de verzekeraar;
-          Aangekochte informatie over het betalingsgedrag van de onderneming;
-          De reeds door de verzekeraar op de onderneming afgegeven dekking. Is het totale maximum bereikt dan zal aan een nieuwe leverancier dekking geweigerd kunnen worden;
-          Informatie van andere bronnen zoals internet (Google), de pers en andere derden.

Wat u kunt doen aan een negatieve beoordeling

Uiteraard beslist de verzekeraar zelf of er dekking wordt afgegeven en hoe hoog deze is. Er zijn echter wel een aantal mogelijkheden om deze beslissing te beïnvloeden:

-          Zorg er voor dat jaarcijfers bij het handelsregister binnen 6 maanden. na afloop van het boekjaar gedeponeerd worden;
-          Houdt bij het opstellen van de jaarrekening rekening met de gevolgen van beslissingen die u neemt. Denk hierbij aan het al dan niet doen van dividenduitkeringen, het doen van kapitaalstortingen, het achterstellen van schulden en dergelijke;
-          Neem bij een negatieve beoordeling contact op met de verzekeraar en vraag naar de redenen;
-          De verzekeraar heeft beperkte informatie tot haar beschikking. Overweeg of u aanvullende informatie aan de verzekeraar wilt verstrekken zoals uitgebreidere (tussentijdse) financiële informatie en toelichtingen;
-          Er kan overwogen worden om extra zekerheden / garanties en de dergelijke te verstrekken vanuit bijvoorbeeld de moedermaatschappij. Terughoudendheid is hier wel op zijn plaats.
-          Neem natuurlijk contact op met uw leverancier. Vraag of deze ondanks het negatieve advies of lage dekking toch tot levering op rekening kan overgaan.

Resumé

De invloed van kredietverzekeraars wordt nog wel eens onderschat. De kredietverzekeraar is soms een lust soms een last. In beide gevallen is het van belang dat u zich bewust bent van de (on)mogelijkheden.